De Keizer als buurman
Guido Unterwurzacher en Toni Mosshammer zijn echte bergkinderen en brengen de gasten van hun „Alpinschule Rock’n’Roll“ naar de zielenwegen rondom de Wilde Kaiser. Aan aanbod dat rockt.
Normaalgesproken kan je je buren niet uitzoeken. De buurman van Guido Unterwurzacher is daarbij een bijzonder figuur: op het eerste gezicht nogal ruw, behoorlijk opvallend en door iedereen geliefd. Het gaat hier om het bekendste gebergte van de oost-Alpen, de Wilde Kaiser. Wie in zo´n omgeving opgroeit, heeft van kinds af aan bergbloed in de aderen. Guido begon al op 10-jarige leeftijd met klimmen. Vanaf de eerste seconde was het liefde op het eerste gezicht: „Het is net zo, alsof je een vis in het water gooit.” Van ´s ochtends vroeg tot ´s avonds laat draaide voortaan bij hem alles om het leren kennen van nieuwe routes, stijgende moeilijkheidsgraden en onovertroffen records. Nu, 25 jaar later, is de passie niet kleiner geworden, maar de focus is anders geworden: „Nu heb ik een gezin, prachtige kinderen en een beroep, dat mij vervuld. De passie voor het klimmen, is nog altijd net zo intens als vroeger.”
Flow-momenten op de rots
Als Guido over zijn avonturen op de rotsen verteld, lichten zijn ogen op: „Als ik met de rots verbonden ben, dan is dat het enige dat telt. De mooiste momenten zijn degenen, als je in de beroemde flow terechtkomt en alleen de volgende stap, de volgende greep telt. Al het andere verdwijnt volkomen. Je stijgt boven jezelf uit, verschuift je persoonlijke grenzen. Het is als een vuur, dat continu in je binnenste oplaait.” En dat tot vandaag de dag niet is gedoofd. Op 14 jarige leeftijd klom Guido al op de tiende moeilijkheidsgraad, met extreemklimmer en profi-bergbeklimmer Alex Huber volgden talrijke eerste-bestijgingen op de Loferer Steinplatte. Reizen naar Patagonië en Pakistan volgden. „Na elk behaalde doel doemden aan mijn persoonlijke horizon nieuwe doelen op, die ik wilde bereiken.” Een van zijn persoonlijke hoogtepunten was het vrij klimmen op El Capitan, een markante uitstekende rots in het Yosemite-Nationalpark in Californië. „Hierna sloot zich voor mij een cirkel. Tegenwoordig heb ik niet meer de drang, grote reizen naar het buitenland te maken, ik hou me liever bezig met de uitdagingen in mijn woonomgeving. Dit is voor mij het winnende lot.”
Een school die rockt
Zijn „best buddy“, Toni Mosshammer, ziet dat hetzelfde: „We hebben hier alles wat we nodig hebben, direct voor de huisdeur.” Het is dus geen wonder dat ze samen de "Alpinschule Rock´n´Roll" hebben opgericht om hun liefde voor de bergen met hun gasten te delen. Toni kwam via een omweg uit bij zijn eigenlijke passie van door de staat gediplomeerde berg- en skigids: „Ik zat dagelijks in pak met stropdas aan mijn buro en keek verlangend uit het raam. Toen werd het voor mij duidelijk dat ik niet tot mijn pensioen in deze kooi wilde blijven zitten, dat ik iets moest veranderen.” Daarom maakte hij van zijn passie zijn beroep, om samen met Guido hun gasten als gids voor onvergetelijke bergavonturen terzijde te staan.
Volbloed bergmensen
„Wij belichamen datgene wat we willen verkopen. De mensen merken dat je zelf een volbloed bergmens bent. We kunnen de mensen erbij ondersteunen over zichzelf heen te stijgen. Het glimmen van de ogen en de echte lach om de mond zijn een van de redenen die er zijn, waarom we dit werk doen.”, daarover zijn ze het eens. En mogelijkheden om je energie kwijt te raken, die zijn er op en rondom de Wilde Kaiser meer dan genoeg, zoals Toni weet: „´s Zomers is een klimtocht over de Kopftörlgrat in het Kaisergebergte voor fitte beginners een aanrader, in de winter is een ongespoorde helling voor freeriders het geluk op aarde, wij hebben voor elke gast het juiste aanbod, passen de uitdagingen exact aan de mogelijkheden van de klanten aan. Het heerlijke berglandschap van grasheuvels tot ruwe rotsen maken het mogelijk.” De mensenkennis die je daarvoor nodig hebt, ontwikkel je vanzelf, vertelt Guido: „Sommigen hebben de neiging zichzelf compleet te overschatten, anderen onderschatten zichzelf juist. Aan het einde van de dag is het belangrijk, dat de gast een goed gevoel heeft en met een grote grijns de auto instapt. Als hij dan ook nog zegt: „Jongens, tot gauw“ – dan hebben we het goed gedaan.”